Onderwerp: Oproep voor ALLE slechte wolven! (Joint the DLW!) ma feb 14, 2011 9:30 pm
Een grom ontwaakte uit zijn bek, Hij ijsbeerde heen en weer. Zijn roedel had maar 1lid! Maar 1lid! Dat was toch niet logisch, Er moesten meer slechte wolven hier rond hangen, Dat kon niet anders. Dat kon gewoon niet anders! Opeens hief hij zijn kop op, Dat was het! Hij hoefde zijn roedel enkel bekend te maken! Meer niet. Hij sprong direct op een heuveltje en keek voor zijn uit, Hij ademde diep in en liet een luide en enge huil horen. Deze huil hield goedzakjes weg en trok altijd wel wat slechte wolven aan. Zijn roedel moest bekender worden, Hij wist al wat hij doen ging. Een grinnik ontwaakte uit zijn bek, Hij had een plannetje. Een vuil plannetje. En de slechte wolven zouden hierin meestemmen. Dat kon niet anders. Hij zou de roedel leiden en ze trainen, Zodra de roedel er klaar voor zou zijn zou hij een oorlog beginnen tegen alle goedzakjes en neutrale wolfjes! Dan zouden zijn wolven iedere andere wolf pijn doen en aanvallen, Dan zou het voor de goedzakjes een hel worden. Zijn ogen keken emotieloos voor zich uit, Nu maar hopen dat er veel slechte wolven zouden komen, Maar dan ook veel slechte wolven. Zodra dit zover zou zijn dan zou hij de wolven stuk voor stuk moeten testen en ze dan een rang moeten geven. De meeste wolven werden vast en zeker DeadLock Students. Maar dat kon hij ook fout hebben. Hij stond stevig op de grond en keek nog steeds kil voor zich uit, Hij hoorde iedere voetstap en ademhalig, Hij hoorde ieder wezen dat krijste. Hij hoorde alles. Maar hij ving geen gekraak van takjes op, Hij ving geen geur van een wolf op. Zou er dan niemand komen? Zouden er dan geen slechte wolven zijn? Of waren alle slechte wolven nepperds? Naja, Hij had Night. Maar een roedel van 2wolven was geen roedel, Dat waren gewoon 2 wolven die samen leefden. Nee, Dat mocht niet zo zijn, Hij wou die poedels uitroeien, En daarvoor had hij meerdere wolven nodig. Hij had sterke wolven nodig, Wolven zonder angst. Wolven die zo kil zijn ... Dat ze alles aankunnen. Wolven die niet bang zijn voor de dood. Zo kon hij wel doorgaan. Hij was niet bang voor de dood, Hij had al vaker oog in oog met de dood gestaan, Zovaak dat hij eraan gewend was, Nu was hij er nooit meer bang voor. De dood was enkel iets lafs, Hij stierf liever dan dat hij een poedel werd. Een grom liet hij horen, De grom galmde door het gebied. Een kille grijns verscheen op zijn gezicht. Laat die wolven maar komen, Hij was er klaar voor. De wolven hier moesten de roedel vrezen, Ze moesten weten van deze roedel. En dat ging hij duidelijk maken, Zodra de roedel daar klaar voor was.